Vandaag staat de Montferlandse toppenwandeling weer op het programma … nr 1, 17 en 18. Onverwachts gaat Antjella mee en omdat we er een gezellige wandeling … het liefst met een terrasje … van willen maken bekijk ik vanmorgen de door mij op komoot uitgezette wandeling. Al zoekend naar een restaurant verander ik blijkbaar de route. Let verder niet op en kom daar onderweg pas achter. Inmiddels zijn we dan al zo aan het dwalen dat we niet anders meer kunnen … willen we de kilometers-schade nog wat beperken ….dan dezelfde weg terug te lopen.
De enige top die we tegenkomen … buiten alle andere hoge heuvels … is de Motte Montferland. Een door mensenhanden opgehoogde heuvel van 67 meter hoog die dateert van rond het jaar 1000. Die lopen we dus ook 2x.
Komoot stuurt ons dan ook nog eens naar een andere parkeerplaats … maar dat zal ook wel aan mij liggen … ruim 4 km er bij. Al met al een prachtige zondagochtend wandeling met in plaats van 7,5 km nu 11.7 km op de teller.









Dit zijn ijzerconcentraties die zich hebben afgezet rond kleiklompjes. De laatste vormt nu een losliggend bolletje binnen de omhullende ijzerconcretie, waardoor de steen bij schudden een rammelend geluid maakt. De klapperstenen worden gevonden in de stuwwallen van Midden-Nederland en zijn daar vanaf de Vroege Middeleeuwen (500 tot 1000 na Christus) gedolven. Op plaatsen waar de sedimenten met klapperstenen aan de oppervlakte komen, vinden we nu nog langgerekte (reeksen van ) kuilen. IJzerkuilen zijn aangetroffen op de Veluwe, in Montferland en in een enkel geval op de Utrechtse Heuvelrug. Andere oude ijzerindustrie, op basis van ijzer uit ‘oerbanken’, bestond langs de Oude IJssel.